De Hollandse Herder is een Nederlands hondenras, dat al in de 19e eeuw op honderden landschapsschilderijen, gravures en prentbriefkaarten te zien was. In vroegere eeuwen had men op het platteland bij de boeren en herders een veelzijdige hond nodig, die weinig eisen stelde en aangepast was aan het harde bestaan van die tijd. De Hollandse Herder behoort tot de hoedende herdershonden. De hond loopt naast de schapen (hoeden) en niet erachter (drijven), zodat de schapen in alle rust kunnen grazen. Hij moet in staat zijn om de kudde op een door de baas aangewezen plek te houden door grenzen te zoeken en daarlangs heen en weer te lopen. Hollandse Herders werden ook gebruikt op de boerderijen. Ze bewaakten de kippen, de ganzen, de was op de bleek en de kleine kinderen. Ze hielpen met het verweiden of op stal zetten van de koeien. Ook het voorttrekken van bijvoorbeeld een hondenkar voor het wegbrengen van onder andere melk behoorde tot zijn taken. Deze achtergrond verklaart de oorsprong van de karaktereigenschappen, die tot de dag van vandaag vrijwel hetzelfde zijn gebleven.
Vroeger werd dit ras veelzijdig ingezet om schapen te hoeden. Naast koeien de stal in drijven was dit ras ook erg geschikt om op boerderijen kippen en ganzen te bewaken tegen o.a. katten. Tegenwoordig wordt dit ras vaak als sportieve gezinshond gebruikt.
De karaktereigenschappen van de Hollandse Herder zijn: zeer trouw en betrouwbaar, steeds oplettend, waakzaam, zelfstandig, met doorzettingsvermogen, intelligent, bereid te gehoorzamen en begaafd met de ware herdershondenaard. De Hollandse Herder heeft een sterk gevoel voor leiding en rangorde. Het is niet een hond voor iedereen. Hij heeft een duidelijke leiding nodig, leert snel en kan daardoor vrij snel tekenen van verveling vertonen. De Hollandse Herder is geschikt voor vele takken van hondensport, bijvoorbeeld gedrag & gehoorzaamheid (G&G), behendigheid, flyball, speuren, maar ook voor Internationale Prüfungs Ordnung (IPO) en Koninklijke Nederlandse Politiehond Vereniging (KNPV). Ze worden ook gebruikt als politiehond, reddingshond, drugshond, explosievenhond en blindengeleidehond.
In 1875 werd de eerste officiële rasbeschrijving van de Hollandse Herder gegeven.De eerste oorspronkelijke rasstandaard dateert van 12 juni 1898, toen de Nederlandse Herdershonden Club werd opgericht. Toen waren er nog zes haarvariëteiten: kortharig, middelharig, langharig met staand haar, langharig met liggend haar, stekelharig en ruwharig. In 1906 werd het teruggebracht naar de huidige drie variëteiten: korthaar, langhaar en ruwhaar. De kleuren variëren van zilver- tot goudgestroomd. De Hollandse Herder is een middelgrote, middelzware, goed gespierde hond van krachtige, evenredige bouw; met intelligente uitdrukking en levendig temperament. De reuen worden 57-62 centimeter en wegen ongeveer 28 kilogram. De teven worden 55-60 centimeter hoog en wegen ongeveer 23 kilogram. Door de ontginning van de heide in Nederland (vanaf ongeveer 1920) verdwenen veel schaapskudden. Hierdoor werd de Hollandse Herder overbodig als schapenhoeder. Rond 1930 was de langhaar vrijwel verdwenen. Om dit ras in stand te houden werd naar langharen gezocht die nog op het platteland aanwezig waren. Ook voor de andere variëteiten is men regelmatig op het platteland gaan zoeken. Het stamboek is pas gesloten op 1 februari 1971.
De Hollandse Herder staat op de lijst van zeldzame huisdierrassen. Het bestand in Nederland bestaat in 2009 uit ongeveer 1500 kortharen, 600 langharen en 400 ruwharen. De belangstelling in het buitenland voor de "Hollander" neemt toe.
De Hollandse Herdershond laat zich erg makkelijk opvoeden zolang dat met liefde wordt gedaan. Dit ras heeft een paar keer per dag een goede wandeling nodig om zijn energie kwijt te raken. Door zijn uithoudingsvermogen en hoge prestaties in de hondensport is het een aanrader om op hondentraining te gaan. Het is een alerte en goede waakhond die zijn territorium erg goed bewaakt. Zijn vacht heeft weinig verzorging nodig, de vacht haart ook bijna niet.